Solidariteit is in de Nederlandse gezondheidszorg een groot goed. De technologische ontwikkelingen zetten de solidariteit echter onder druk.
De verzekeraars zijn druk bezig hun polissen voor het nieuwe jaar te verkopen. Ze willen populair zijn: ze bieden aan de ene kant polissen voor het wettelijke basispakket tegen concurrerende prijs en aan de andere kant polissen met zaken die niet iedereen hoeft te verzekeren. Want waarom moet je als 50-plusser betalen voor de zwangerschap die je nooit (meer) krijgt?
Voor iedereen toegankelijk
Solidariteit in de gezondheidszorg is een prachtig goed in Nederland. Zorg die voor iedereen toegankelijk is en waar iemands achtergrond geen invloed heeft op de kwaliteit van zorg die geleverd wordt. Is dat niet het allermooiste materiële en immateriële exportproduct wat er te bedenken valt?
Waarom de kosten in de zorg zo hoog oplopen, is niet echt duidelijk. Komt dat door de toegankelijkheid, de vraag of juist het aanbod, of door de vergrijzing? De berichten hierover spreken elkaar tegen.
Maar dat is ook niet zo belangrijk. Als we met elkaar maar bedenken of de te leveren zorg altijd nodig is, dan komen we in de kostenbeheersing heel ver en kan de solidariteit behouden blijven.
Elkaar iets gunnen
Maar is de solidariteit op termijn houdbaar? Nu nog wordt ‘het elkaar iets gunnen’ geaccepteerd maar wel binnen bepaalde grenzen. Zo gaan er stemmen op of stevige rokers niet meer voor hun eigen kosten zouden moeten opdraaien of dat personen met extreem overgewicht niet meer zelf zouden moeten gaan betalen. Of niet-sporters meer laten betalen en degenen die wel sporten op laten draaien voor hun eigen blessures.
Tot op heden heeft de discussie over ‘eigen schuld’ nog geen concrete wijzigingen gebracht in de wet- en regelgeving. Toch raakt het aan de basis van de solidariteitsgedachte.
Vrijheid in keuzes
De technologische ontwikkelingen zullen de solidariteit op een andere wijze onder druk zetten. Niet doordat de technologie toegepast wordt en de kosten ervan soms hoog zijn, maar doordat er mensen zijn die bewust kiezen de technologie niet toe te laten passen of niet leidend te laten zijn in hun leven. Bijvoorbeeld ouders die ervoor kiezen – al dan niet na onderzoek – hun gehandicapte kind geboren te laten worden. Hoewel dit al langer mogelijk is, is het vraagstuk rondom het Down-syndroom prangender geworden nu een bloedtest (NIPT-test) sinds 1 april jongstleden ook in Nederland beschikbaar is. Kunnen deze ouders en hun kinderen straks nog rekenen op solidariteit of worden zij moreel uitgestoten omdat er technische mogelijkheden waren die uiteindelijk goedkoper voor de samenleving uitpakken? Worden zij straks geweerd uit de basiszorg of alleen toegelaten met extreem hoge premies?
Dan wordt de solidariteit pas echt aangetast; een moreel oordeel maar ingegeven door economische drijfveren.
Marjolijn Keesmaat, bestuurder a.i en toezichthouder in de social profit
door MARJOLIJN KEESMAAT 31 okt 2014
geplaatst: zorgvisie