Sociale media: een zegen of vloek in de gespannen boardroom?

Sociale media: een zegen of vloek in de gespannen boardroom?

Gespannenheid in de boardroom uitmondend in een crisis is een oud thema dat mogelijk nieuw leven met een eigen dynamiek in geblazen wordt.
Daar waar mensen samen komen, inzichten en belangen kunnen verschillen, zaken voor elkaar moeten krijgen en externen meekijken zal altijd spanning ontstaan.
Het zoveel mogelijk binnenskamers en in betrekkelijke stilte oplossen is het devies dat in menig boardroom klinkt en geklonken heeft. Maar de vraag is niet of dat nog wel wenselijk is maar of dat nog wel kan.

De brede opkomst en gebruik van social media heeft ook het werken binnen de boardroom beïnvloed en niet alleen omdat er wettelijk vereist meer gegevens over de board bekend gemaakt moeten worden, maar vooral omdat over iedere persoon werkend in de board wel iets op de digitale snelweg te vinden is.

Wat is hiervan merkbaar in de boardroom?

Alle partijen in de boardroom zijn zich, ook als ze zelf niet actief zijn op social media, terdege bewust van de impact van dit medium.
Het is onbekend – niet wetenschappelijk onderbouwd tot nu toe – of er door de impact van het gebruik van de social media meer crisissen ontstaan maar het lijkt er wel op.

Reputatieschade of de angst daarvoor klinkt in menig boardroom, terwijl er geen goede definitie van wat in deze situatie schade is laat staan wat een reputatie is. Toch wordt deze angst hiervoor veelvuldig uitgesproken.
Zo zijn in de social profit– wettelijke gegrond– toegekende wachtgelden een individuele immateriële schade aan het worden, waardoor naar nu blijkt een aantal bestuurders geen nieuwe opdrachten meer krijgen en toezichthouders geweerd worden.

Het in de ogen van anderen snelle vertrek, de angst zelf niet meer aan een volgende toezichthoudende functie te komen of in het huidige werk lastige vragen te krijgen lijken leden van een boardroom schuwer te maken dan voorheen. Recruiters werken hard mee aan de angst voor en bevestigen van reputatieschade en versterken dit soms nog.

Maar belangrijker dan een mogelijke reputatieschade is toch de vraag of de besluitvorming in een boardroom erdoor beïnvloed wordt. Het kan niet anders dat deze mogelijkheid tot soms openlijke be- en veroordeling invloed heeft.
Zo is het toezichthouder zijn ten tijde van een faillissement geen pre voor een vervolg carrière, een integriteitsonderzoek in de board een regelrechte ramp, kritiek van een OR op de board desastreus. Deze zaken hebben een effect op andere boards en vooral op het niet meer daadkrachtig, scherp analytisch en strategisch handelen en beïnvloed de besluitvorming in vertragende en negatieve zin.

Wanneer is social media dan een uitkomst, een zegen?
Dat valt te raden, wanneer het goed gaat, er positieve berichten te melden zijn er “sociale” cadeautjes te vergeven zijn. maar ook als de board een gezamenlijke strategie richting social media hanteert, deze omarmt en zich door negatieve berichten en angst daarvoor niet uit het veld laat slaan. Ja dan , dan is het een prachtig medium.

Geplaatst op GoodGovernance.nu november 2016